5000 jaar biergeschiedenis in Spanje

In 2015 werd in Spanje een record gebroken: de totale bierconsumptie van dat jaar bleek gestegen naar 3330 miljoen liter, wat een stijging was t.o.v. het jaar daarvoor van 3%. Daarmee drinkt een  Spanjaard gemiddeld 47,1 liter per jaar, waarvan 64% in bars wordt gedronken.

Toch was de Spaanse bierconsumptie nog steeds aanzienlijk lager dan in noordelijke landen, waar van oudsher meer sprake is van een biercultuur. Voor veel Spanjaarden heeft bier dan ook een andere betekenis, meer verbonden met het sociale leven en de hitte van de zomers. Daarbij mogen we niet vergeten dat een groot deel van de Spaanse bierconsumptie te maken heeft met het buitenlandse toerisme.

Wijncultuur
Op zich is dat niet zo gek: Spanje staat er om bekend bij uitstek altijd meer een wijncultuur te hebben gehad. Desondanks gaven archeologische vondsten aan dat op het Iberische schiereiland al in prehistorische tijden bier werd gebrouwen. Resten, die op 20 plaatsen in de provincies Toledo, Teruel en Tarragona werden gevonden, konden daar al eerder van getuigen. Maar sinds in Can Sadruni, vlakbij Barcelona, een 5000 jaar oude aardewerken kruik werd aangetroffen met resten van bier, weten we dat pre-Iberische volkeren de drank al kenden. Daarmee is Spanje in één klap het land geworden waarvan bekend is dat daar het vroegst in de geschiedenis van de mensheid al bier werd gedronken. Dit gebeurde overigens ver voordat de druivenplant op het schiereiland arriveerde.

Bier uit die tijd bevatte wel ongeveer twee keer zoveel alcohol als het bier dat we tegenwoordig kennen. Daarbij werd het niet gebrouwen met hop maar met de 'artemisia vulgaris', een plant die wij de bijvoet noemen en door de gesschiedenis heen bepaalde genezende krachten kreeg toegeschreven.

Drie soorten bier
Plinius de Oudere (23-79 n.C.) schreef in zijn 'Naturalis Historia' dat er in Hispania drie soorten bier bestonden, de 'zythium', de 'caelia' en de 'cerea'. Hij deed daarbij echter niet de verschillen uit de doeken. Men vermoed dat 'caelia' een tarwebier was. Het schijnt dat de Numantiërs, een volk dat zich verzette tegen de Romeinse overheersing, gewoon was het te drinken om er hun vechtlust mee op te wekken. Daarbij aten ze, als we de overleveringen moeten geloven, half rauw vlees.

Misschien daardoor beschouwden de Romeinen bier als een drank voor barbaren. Zij zorgden er in elk geval voor dat de drank naar een achtergrond werd gedrukt en in de vergetelheid zou raken. De fermentering van druiven zou in heel het Romeinse rijk een grote bloei kennen. Daar zou weinig verandering in komen onder de Visigotische koningen en ook de Moren, die in de 8ste eeuw Spanje binnenvielen en er enkele eeuwen zouden blijven, hadden weinig reden om het bier in ere te herstellen.

Vlaamse brouwers
Toen Filips de Schone koning van Spanje werd liet hij het bier uit Vlaanderen meenemen. Ook zijn zoon, Karel I ('onze' Karel V) dronk graag Vlaams bier -zijn favoriet was 'Mechelschen Bruynen'. Toen hij in 1555 na zijn troonsafstand het klooster van Yuste betrok, liet hij Vlaamse brouwers overkomen, waaruit het zware Yuste kloosterbier, dat nog altijd wordt gebrouwen.

Vanaf de 17de eeuw zou bier daardoor weer een opmars beginnen, al werden er nog altijd hoge nationale en stedelijke belastingen op geheven. Pas in 1781 vaardigde koning Karel III en decreet uit waarin hij de verkoop van bier uit nationale brouwerijen toestond. Vanaf 1833 werd de markt voor het bier vrijgegeven voor bier van aangenomen brouwerijen.

Industrialisatie
In de 19de eeuw werd -zoals in de rest van Europa- de bierproductie ook in Spanje geïndustrialiseerd. In 1856 werd in Barcelona de eerste Spaanse industriële brouwerij opgericht door de Elzasser Louis Moritz Trautmann: 'Moritz'. Een andere Elzasser, August Kuentzmann Damm, deed in 1897 hetzelfde met 'Damm y Compañía'. In 1890 richtte Casimiro Mahou Bierhans, ook een Elzasser, in Madrid 'Cerveza y Fábrica de Hielos' op, waaruit later de 'Mahou' zou ontstaan.

In de tijd van de dictatuur in Spanje (1939-1975) werd bier voornamelijk in de vorm van het lichtere pils geproduceerd. Dit had te maken met het feit dat de regering de prijs van het bier zo laag vaststelde dat brouwers niets anders konden dan deze goedkopere biersoort te brouwen.

Met de komst van de democratie eind jaren 70 viel die reglementering weg en begon de vraag naar bier in Spanje sterk te groeien. Daardoor verschenen er langzaamaan andere biersoorten. Spaans bier wordt tegenwoordig over het algemeen onderverdeeld in: 'Cerveza Clásica' (4,6-4,8% alcohol), een blonde lager, licht gehopt; 'Cerveza Especial' (5,5%), een iets zwaardere versie van pils, 'Cerveza Negra' (5,5%), een donkere en licht gehopte lager moutbier; en 'Cerveza Extra' (6,1-6,4%), een sterkere blonde lager.

Tot de jaren 90 werd de markt nog wel gedomineerd werd door enkele grote merken, als Mahou, Estrella Damm, San Miguel, Estrella Galicia, Aguila en Cruzcampo. Met het openen van de Europese markt werden sommige merken opgekocht en andere fuseerden. Zo bleven zes grote brouwerijgroepen over: Damm, Grupo Mahou-San Miguel, Heineken España, Compaña Cerveceria de Canarias, Hijos de Rivera en La Zaragozana. Sinds Heineken het Spaanse biersoort 'Aguila' opkocht, brengt het een bier op de markt onder de naam 'Aguila-Amstel'. Ook steeg de import van kwaliteitsbieren uit andere Europese landen, waaronder uit >>Nederland.

Ambachtelijke bieren
Langzamerhand lijkt er ook steeds meer behoefte te komen aan meer ambachtelijk bier, met een grotere verscheidenheid aan soorten en stijlen en een minder homogene smaak. Enkele artesanale bieren, die inmiddels op de Spaanse markt werden gebracht, zijn het Madrileense 'Cibeles', 'Gallaecia' uit Galicië, met een Keltische identiteit, en het Soriaanse 'Arévaka'. Ook wordt er geëxperimenteerd met spelt, een primitieve tarwesoort dat bezig is terrein te winnen omdat het gemakkelijk en met weinig bemesting is te verbouwen en zeer resistent is tegen ziekten.

Nog altijd is de drank echter erg seizoensgebonden en moet het een sterke concurrentiestrijd ondergaan met wijn, dat vanwege het Spaanse klimaat makkelijker te produceren is en daarbij een zeer hoge kwaliteit heeft bereikt. Daarbij valt op dat men steeds vaker bier mengt met spuitwater of citroenlimonade, 'clara' of 'clara de limón' genoemd, wat weer markt opent voor 'shandy'-achtige bieren.

Consumptie per regio
Wat de consumptie per regio betreft weet het zuidelijke Andalusië de rest af te troeven met 21,5% van het totaal. Volgens gegevens van juni 2016 wordt daar vooral Cruzcampo gedronken. Cruzcampo behoort tot de traditioneel Spaanse bieren, die door Heineken zijn opgekocht. Hiernaast een kaartje van Spanje uit het financiële dagblad 'Expansión' waar wordt aangegeven welke biermerken in welke windstreek de voorkeur krijgen. Daarin valt op dat Amstel, ook een Heineken bier, hoge ogen gooit in het noorden (Cantabrië, Baskenland en La Rioja) en in het oosten (Comunidad Valenciana, een deel van Castilië-La Mancha en Murcia).